Categoriearchief: Angola

Angola

Angola

We rijden in één ruk door naar een mooie plek met een prachtig uitzicht over de zuidelijke Atlantische oceaan. Angola heeft op veel plekken een erg grillige kustlijn met hoge kliffen, erg fraai plekje om te kamperen. In de avond worden we belaagd door duizenden grote kevers, ze lijken stuurloos rond te vliegen en ze botsen regelmatig tegen ons aan in hun doldwaze vlucht. We zorgen dat we snel de tent uitklappen en erin vluchten, waar we nog een kwartiertje kevers moeten vangen die mee de tent ingevlogen zijn. Waar we voor we aan onze reis begonnen geen rekening mee hadden gehouden is het enorme aantal insecten in Afrika! Overal zijn ze, van venijnig hard bijtende rode mieren, hele kleine erg vervelende zandvliegjes, grote zwermen motten tot dus deze zoemende bende kevers!

Dan bezoeken we Luanda, de hoofdstad. Erg veel welvaart in deze stad; grote nieuwe wolkenkrabbers, alle denkbare winkelketens en dure zeiljachten in de haven waar wij gratis mogen verblijven. De beheerders van de jachthaven rijden zelf ook terreinwagens en verwelkomen ons met een gratis plekje op de parkeerplaats van de haven. Omdat we met flinke winst (vanwege de erg gunstige koers) onze US Dollars hebben kunnen wisselen voor Angolese Kwanza verwennen we onszelf flink bij een erg uitgebreide supermarkt in de buurt. We laden ons karretje vol met allerlei lekkers wat we al erg lang niet op hebben, de koelkast en voorraadkisten zitten propvol!

Via de indrukwekkende kustlijn zakken we af naar het zuiden. Onderweg komen we uit bij Carpe Diem, een luxe lodge direct aan zee. De Portugese eigenaar laat ons gratis kamperen op de parkeerplaats, inclusief warme douche! Als tegenprestatie gaan we eten in het restaurant direct aan zee, ook geen straf. Via een paar mooie, rustige kampeerplaatsen aan zee komen we uiteindelijk in Lubango terecht.

In Lubango gaan we het Christusbeeld bezoeken, een kleine replica van het enorme beeld in Rio de Janeiro. In het gezicht van Jezus zijn de kogelgaten te zien die herinneren aan de burgeroorlog. Op de terugweg van het beeld merken we dat de auto erg naar links begint te trekken, na snel even checken merken we dat er een wiellager stuk is. Uiteraard een die we niet als reserve bij ons hebben, balen! Gelukkig is er een Land Rover dealer in Lubango die zeggen ons te kunnen helpen. We moeten de volgende ochtend terug komen. Nergens in de stad is een kampeerplek te vinden dus belanden we bij een hotel in de buurt van de garage.

De volgende dagen zijn een opeenstapeling van teleurstellingen. Met letterlijk tien man staan ze continu om onze auto heen terwijl er ééntje daadwerkelijk aan de auto werkt. Ze kunnen het juiste lager niet vinden (terwijl het toch echt een Land Rover onderdeel is) en Niels rijdt met de monteurs mee úren doelloos door de stad alle automaterialen en sloperijen af. Uiteindelijk beloven ze ons om het juiste lager maandag te hebben. Dat betekent voor ons dus nog een heel weekend in het dure hotel verblijven…

Als we op maandag dan horen dat ze het juiste lager niet hebben en ze een ander lager passend gaan maken hebben we het echt gehad met ze. We besluiten om ze het aangepaste lager te laten monteren, zodat we zo snel mogelijk door kunnen. Met tegenzin gaan we akkoord, vervolgens duurt het nog de hele dag voor de klus geklaard is, alles gaat hier tergend langzaam en het gros van de 14 (!!) monteurs loopt de hele dag een beetje te lanterfanten. Door het verkeerde lager én een te dikke keerring past het allemaal niet fatsoenlijk. Wanneer we daar wat van zeggen krijgen we te horen dat we het toch gewoon opnieuw kunnen laten doen in Namibië…! Als het dan uiteindelijk klaar is hebben we nog gezeik over de factuur, ze hebben volgens ons veel te veel uren gerekend voor het werk wat gedaan is. Na een pittig overleg met de bazin krijgen we gelukkig een flinke korting. We zijn naar deze garage gegaan omdat we er van uit gingen dat we konden rekenen op expertise en professionaliteit maar dit bleek erg tegen te vallen. We hebben ze zelfs regelmatig nog op fouten moeten wijzen die ze maakten tijdens het (de)monteren. De volgende keer doen we het toch maar gewoon zelf.

We besluiten om door te rijden naar Namibië. Daar zijn weer volop onderdelen te krijgen. We hebben namelijk ook een nieuwe koplamp nodig, de ruitenwissermotor begint het zo langzamerhand echt te begeven en de auto houdt in als we boven de 2500 toeren komen, dus waarschijnlijk wat mis in het brandstofsysteem. Halverwege kamperen we nog ergens in de buurt van de doorgaande weg. Al snel staan er wat kinderen op afstand naar ons te kijken. Als we erheen lopen rennen ze van angst snel weg. Ze komen hier niet veel in aanraking met die rare blanken die bovenop hun auto slapen. De volgende ochtend gaan we kijken bij het dorpje waar ze vandaan komen. De hutjes zien er schrikbarend slecht uit, de omgeving is een rommeltje en de mensen hebben duidelijk niks te makken. Toch worden we vriendelijk verwelkomt en zijn de kinderen erg blij met de ballonnen die we uitdelen.

Vroeg in de ochtend rijden we het laatste stuk richting grens. We balen wel een beetje dat we nu het prachtige zuidwesten van Angola missen, het schijnt een erg mooi ruig gebied te zijn. Maar we durven het niet aan om met de huidige staat van onze auto door zulk afgelegen gebied te gaan reizen. Jammer, maar we hopen dit ruimschoots in te gaan halen in het prachtige Namibië.

Grensovergang Democratische Republiek Congo – Angola

Grensovergang Democratische Republiek Congo – Angola

Opgeknapt van de malaria rijden we richting grens, we zijn ook echt toe aan een nieuw land om heel het malariaverhaal achter ons te laten. Een volgend land vol met nieuwe indrukken en natuur.

We kiezen ervoor om niet de grens bij Matadi te nemen, dit is een offroad route die nauwelijks wordt gebruikt. In combinatie met alle regen van de afgelopen dagen en een net opgeknapte Niels lijkt ons dit niet verstandig. We rijden dan ook een uurtje verder, allemaal over asfalt, richting een vaker gebruikte grensovergang. Alleen het laatste stukje is offroad maar het is goede gravelweg dus het verloopt vlot. Onderweg worden we gecontroleerd bij een politiepost. De agent loopt weg met onze paspoorten en staat een eindje verder met een groepje anderen te praten en naar ons te wijzen. Ons visum is inmiddels drie dagen verlopen door de malaria van Niels, waardoor wij best nerveus zijn. Ze hebben nu een reden om moeilijk te gaan doen, natuurlijk zullen wij met foto’s en ziekenhuisrekeningen een goed excuus hebben maar het is maar de vraag wat ze hier daar om geven. Na een tijdje komt één van de mannen met onze paspoorten terug, hij geeft ze aan ons maar vraagt wel of hij mee kan rijden tot aan de grens. We vragen maar niet of er een probleem is om maar geen slapende honden wakker te maken en maken plaats voor hem op de achterbank. We rijden onderweg richting immigratie het douanekantoor straal voorbij, hier hadden we eigenlijk ons invoerformulier voor de auto weer moeten inleveren, maar omdat we zien dat deze toch altijd maar in een rommelige lade verdwijnt besluiten er het er maar bij te laten.

Aangekomen bij immigratie gaan we eerst naar het kantoor van de chef, hij bekijkt uitgebreid onze visa. We zien dat hij ziet dat ze verlopen zijn. Hij denkt er eventjes over na, wij doen net of we van niks weten en glimlachen vriendelijk. De man schrijft vervolgens als datum dat we het land hebben verlaten de einddatum van het visum op. Officieel zijn we dus al drie dagen eerder de grens over gegaan! Wij vinden het prima, waarschijnlijk heeft de beste man geen zin in gedoe. We mogen officieel het land uit, de grens bestaat uit een smalle brug over een rivier. Het is maar eenbaans en het is er een drukte van vanjewelste. Vanuit Angola wil er een vrachtwagen oversteken maar er blijven maar elke keer mensen voordringen met hun handkarren en driewielbrommers (veel te) volgeladen met de meest uitlopende spullen. Uiteindelijk moeten een aantal beambten tamelijk agressief en tierend en roepend zorgen voor een beetje orde in de chaos en kunnen wij nadat de vrachtwagen is gepasseerd doorrijden.

Aan Angolese zijde moeten we ons eerst melden bij paspoortcontrole. Er staat ook een beambte met zijn herdershond klaar, het ziet er allemaal erg professioneel en serieus uit. We moeten alle deuren van de auto open zetten. De man laat zijn hond op een afstandje van onze auto zitten en op zijn bevel zou de hond onze auto moeten doorzoeken. Helaas loopt het niet helemaal als gepland, de hond moet continue bijgestuurd worden door zijn begeleider en is de hele tijd afgeleid door voorbijgangers. Na een tijdje is het toch gelukt om overal eens aan te snuffelen en mogen wij verder rijden.

Bij immigratie willen we graag een stempel in ons paspoort maar de man achter het loket heeft geen flauw idee hoe hij om moet gaan met ons. Het duurt een half uur voordat een ander wordt opgetrommeld die ons mee neemt naar een kantoortje. Er wordt nog even druk met een collega overlegd maar dan krijgen we toch uiteindelijk een stempel. Nu alleen douane nog, als het goed is mogen we Angola in met het invoerformulier wat we in Cabinda hebben gekocht omdat dat een onderdeel van Angola is. Het duurt even en we moeten meermaals wat lastige vragen beantwoorden van de mannen maar dan wordt er een pagina van het formulier bestempeld en mogen we verder!

Het is inmiddels al bijna donker, we rijden maar een klein stukje voor we een mooi plekje vinden in de natuur. Na een goed bord spaghetti toasten we op het volgende land; Angola