Zuid-Afrika (deel 2)
Vanuit Lesotho rijden we door Golden Gate Nationaal Park naar de parkeerplaats van de Sentinel. Deze berg is één van de hoogste van de Drakensbergen en de volgende dag gaan we er een flinke hike maken. Het is een erg mooie route, die helemaal naar een waterval leidt. Helaas bestaat deze maar uit een klein stroompje omdat we midden in het droge seizoen zitten. Maar dit maakt het uitzicht er niet minder spectaculair op!
Via Weenen Nationaal Park willen we terug naar de kust. We komen een paar minuten voor sluitingstijd bij het park aan en de poort is al gesloten. Het is al bijna donker en we willen toch wel erg graag gebruik maken van de camping. Niemand reageert op ons gerammel aan de poort en geclaxoneer. Na een kwartier is Niels het beu en besluit hij over het hek te klimmen, gewapend met een zaklamp loopt hij het park op richting receptie terwijl Sabrine bij de auto blijft wachten. Na een tijdje zo hard mogelijk roepen komen er dan eindelijk een paar medewerkers aan vanuit hun verblijven een stuk verderop. Ze zijn het zichtbaar niet eens met het feit dat Niels binnen de hekken staat maar hebben weinig meer te zeggen wanneer we ze er op aan spreken dat de poort al ruim (oké, een paar minuutjes dan) voor sluitingstijd potdicht is! Ze mopperen nog wat maar we mogen dan toch naar binnen, we zoeken een plekje voor de nacht op de camping zonder hekken. Vlakbij een grote groep Hartenbeesten (soort antilopes) zetten we de tent op en maken een vuurtje.
De volgende dagen blijven we in het mooie, kleine park. We zien er prachtige vogels en hebben geluk als we bij de waterplas vanuit de wildkijkhut een grote groep giraffen zien drinken! Vanuit Weenen gaan we naar Umtentweni, waar we een paar dagen gaan logeren bij de Nederlanders Ko en Eveline. Ze hebben een prachtig huis met uitzicht op de oceaan waar we regelmatig walvissen zien springen. We gaan uit eten en halen herinneringen op over hun reis door West-Afrika. We hebben ze leren kennen via Facebook waar ze al direct enthousiast waren over onze reisplannen. Vanuit hun huis gaan we nog op en neer naar de Howling Moon fabriek in Durban, de plek waar onze daktent gemaakt is. De vriendelijke directeur is ontvangt ons enthousiast en vindt het geweldig dat we helemaal vanuit Nederland zijn komen rijden. We wilden graag de fabriek bezoeken om te vragen of ze ons muggengaas en een rits wilden repareren, na bijna een jaar intensief gebruik waren er wat mankementjes aan onze tent. Tot onze grote verbazing konden we twee dagen later een splinternieuwe tent ophalen, helemaal onder garantie, wat een service!
Midden door het Transkei gebied (een dorre droge bedoeling waar in de tijd van de Apartheid complete bevolkingsgroepen gedwongen werden heen te verhuizen) rijden we verder richting Addo Elephant Park. Net als we daar aankomen horen we een vreemd geklingel van rechtsachter onder de auto komen. Bij nadere inspectie blijkt al snel dat er een blad van ons bladvering is afgebroken! Na alle wasbordwegen heeft het metaal er de geest aan gegeven. Gelukkig zijn de overige drie bladen nog heel en kunnen we nog rijden (hoewel de auto al wel wat scheef hangt). Als we de volgende dag door het park rijden zijn we zo onder de indruk van het mooie landschap en de dieren (zoals de olifant die op onze auto af komt gerend en pas stopt als we zo’n 300 meter achteruit zijn gereden!) dat we helemaal vergeten de brandstofmeter in de gaten te houden! Na een tijdje begint de auto te horten en stoten. Shit, de diesel is bijna op! Zo voorzichtig en economisch mogelijk lukt het ons gelukkig nog net naar een omheinde picknickplaats te komen waar we onze reserve jerrycan gevuld met 20 liter voor het eerst tijdens de reis nodig hebben!
We rijden langs de kust door naar Tsitsikamma, waar we een prachtige wandeling maken over een grote hangbrug en we een heerlijke verse visschotel eten in het restaurant terwijl de golven op de naastgelegen rotsen slaan, wat een prachtig stukje natuur! Vlakbij is de hoogste bungee-jump van heel Afrika, 216 meter van de Bloukransbrug. We gaan er op de bonnefooi heen en Niels besluit dat we het van het lot laten afhangen of hij wel of niet gaat springen, als ze plek hebben gaat hij en anders rijden we door. Na aankomst kijken we naar een aantal mensen die van de angstaanjagend hoge brug afspringen, pff het ziet er toch best wel imponerend uit! We lopen naar het kantoortje en wat blijkt; ze hebben direct plek. Binnen 10 minuten moet Niels klaar staan om zich te melden bij de werknemers. Met een groep Indische toeristen loopt hij via een aan de onderkant van de brug bevestigde loopbrug naar het midden. Stiekem kijkt hij af en toe al over de rand de duizelingwekkende diepte in. Na een tijdje is hij dan aan de beurt en duikt hij hoofd eerst naar beneden! Al snel neemt de adrenaline het over van de angst als hij naar beneden suist! Wat een ervaring!
Nog nagenietend van de sprong zitten we weer in de auto richting Cape Agulhas, op de weg er naar toe begint de versnellingsbak kabaal te maken. Deze was al een tijdje wat aan het rammelen en nu lijkt het erop dat er echt iets kapot aan het lopen is! Rustig aan en veel in de vierde versnelling (omdat dit de enige is waarin de auto geen kabaal maakt) rijden we verder naar Cape Agulhas, een speciale plek voor ons omdat dit het meest zuidelijke puntje van het Afrikaanse continent is. We parkeren er onze auto en trots als een pauw lopen we naar het met toeristen overladen plekje waar de Atlantische en Indische oceaan samen komen. Na 33550 km en 353 dagen zijn we er, toch wel een erg speciaal gevoel! Vanaf hier gaat de neus van de Santana weer een beetje noordwaarts en komen we zoetjes aan richting Nederland, het voelt ook echt meteen zo dat we de heenreis hebben afgerond en kunnen beginnen aan de terugreis.
Aan de rammelende versnellingsbak moet echt wel iets gebeuren en na een paar honderd zenuwslopende kilometers komen we gelukkig aan in Kaapstad waar we al snel een geschikte garage vinden. We laten onze auto er achter en krijgen een Land Rover Defender leenwagen mee. De verlichting werkt maar half, de auto start slecht en het is ongelooflijk irritant om het stuur ineens rechts te hebben maar we zijn al lang blij dat we in ieder geval vervoer hebben om Kaapstad mee te verkennen. We maken gebruik van AirBNB om te overnachten op verschillende plekken in de stad. Uiteindelijk moet er een andere versnellingsbak onder de Santana omdat er een lager stuk is gelopen die heeft lopen huishouden binnen in de bak, vandaar het afgrijselijke rammelende geluid. Het duurt al met al twee weken voor we onze auto weer hebben. We beginnen ons zo langzamerhand ook zorgen te maken over ons visum, want we hebben de drie maanden die we kregen er al bijna op zitten. Gelukkig is Kaapstad een geweldig mooie stad, we bezoeken het centrum met de prachtige Waterfront en doen lekker rustig aan op het strand van Camps Bay. Uiteraard beklimmen we de Tafelberg en genieten van het uitzicht over de stad. Toch zijn we blij dat we na die twee weken de oude gare Defender weer in mogen ruilen voor onze Santana met nieuwe versnellingsbak, het is een flink dure grap geweest, ook omdat we twee weken niet hebben kunnen kamperen. Gelukkig slapen we vanaf nu weer in ons tentje!
We hebben nog maar een paar dagen over op ons visum en rijden dus regelrecht door naar de grens met Namibië. Gelukkig is de route prachtig en de asfalt strak. Na drie maanden Zuid-Afrika zijn we echter wel weer toe aan de leegte, stilte en uitgestrekte landschappen van Namibië.