Kameroen

Kameroen

Meteen als we Kameroen inrijden valt ons het enorme aantal militaire voertuigen op. Er is in Kameroen wat onenigheid tussen het Frans- en Engelstalige deel. Het noordoosten van Kameroen wordt op dit moment zelfs ten strengste afgeraden om te bereizen vanwege deze ongeregeldheden. We merken naast alle extra bewapende militairen op de wegen en de grotere hoeveelheid checkpoints onderweg weinig van het conflict. We rijden vanaf de grens in een keer door naar Limbé, een plaatsje aan zee met als het goed weer is uitzicht op vulkaan Mount Cameroon. De stranden hier zijn zwart, doordat het allemaal vulkanisch zand is. We blijven een paar nachten bij Hotel Miramare, op een paar meter van het zwembad. We kunnen al niet meer herinneren wanneer we voor het laatst uit eten zijn geweest dus nemen het er eens van en bestellen de lekkerste kip met verse groentes die we sinds lange tijd op hebben. Bij toeval lopen we de Nederlandse Kelly tegen het lijf, ze woont en werkt in Kameroen voor het WNF. Ze heeft een appartement met een prachtig uitzicht over de oceaan op nog geen 100 meter van ons hotel. Uiteraard gaan we er een biertje drinken. Kelly werkt aan de zogenaamde camera-traps, in veel wildparken hangen camera’s met bewegingsdetectoren. Op deze manier kan in beeld worden gebracht welke en hoeveel wildlife er in de parken te vinden is. In haar appartement hangen prachtige foto’s van onder andere olifanten en chimpansees, genomen met deze camera’s. Helaas verteld Kelly dat de dieren ernstig te lijden hebben onder de mensen die rondom en in de wildparken leven, er wordt op ze gejaagd (om op te eten of te verkopen) en door de steeds maar groeiende bevolking blijft er te weinig ruimte voor de dieren over met alle gevolgen van dien.

Vanuit Limbé gaan we richting Kribi, een kustplaats wat verder naar het zuiden, waar de stranden weer gewoon mooi wit zijn en het vol staan met palmbomen. We besluiten het drukke stadscentrum voorbij te rijden en een rustig plekje te zoeken aan het strand. We hebben in Douala bij een erg grote supermarkt onze auto weer volgeladen dus zouden het makkelijk een paar weekjes uit moeten kunnen houden in het wild. Het valt nog niet mee om een plekje te vinden, het regenwoud is hier erg dichtbegroeid en loopt op bijna alle plekken helemaal tot aan het strand. We rijden langs een erg grote haven, overal zien we Chinese mensen, teksten en vrachtwagens (vaak vol met enorme boomstammen). China heeft een deal met Kameroen gemaakt horen we later. De Chinezen zorgen voor een fatsoenlijke infrastructuur in het land (dat zijn dus die gladde asfaltwegen waar we vanaf het begin van Kameroen al overheen rijden), maar daar staat tegenover dat ze onder andere enorme hoeveelheden tropisch hardhout en (ijzer)erts naar China mogen exporteren. We worden beide een beetje triest als we tientallen vrachtwagens met hele dikke boomstammen erop in rijen klaar zien staan bij de haven. Er is in het regenwoud ook bijna geen dikke boom meer te vinden en overal zien we de diepe sporen van het zware materieel waarmee de bomen gerooid worden.

Uiteindelijk vinden we een prachtige plek, we staan letterlijk op een paar meter van het strand gekampeerd. Het strand is een tropisch plaatje, inclusief privépalmboom. We kunnen er even heerlijk bijkomen van alle hectiek van de afgelopen maanden West-Afrika, een soort vakantie tijdens het reizen zeg maar. Van de lokale bevolking krijgen we verse papaja, ananas, kokosnoten en vis! We gebruiken onze gietijzeren pan om ons eigen brood, pizza of (onze zelf gevilde) vis te bakken op een kampvuurtje. Als klap op de vuurpijl zien we in de ochtendzon terwijl we een bakkie koffie zitten te drinken op het verlaten strand opeens een walvis bovenkomen! In totaal komt de bultrugwalvis vier keer aan het oppervlak, en als we een stuk de zee in lopen om het beter te kunnen bekijken springt er ook nog eens een dolfijn met een sierlijke boog boven het water uit! Echt een speciale ervaring, het gebeurde ook echt recht voor onze neus, een privéshow! We horen bij een schildpadconservatiecentum een dorp verderop dat in deze tijd grote schildpadden als de zon onder is het strand opkomen om (ruim 100!) eieren te leggen. We gaan er een aantal keer ’s nachts uit om een stuk over het door de volle maan verlichte strand te banjeren maar helaas komen we geen schildpadden tegen.

Nadat we bijna twee weken op het plekje hebben gestaan rijden we door naar het uiterste zuidwesten van Kameroen; Campo. Hier kamperen we bij een verlaten ECO-village, met aan de overkant van de rivier uitzicht op Equatoriaal Guinee (waar we niet heen zullen gaan vanwege de torenhoge kosten voor een visum). Dit ECO-village schijnt gebouwd en betaald te zijn door het WNF. Ze wilden de lokale bevolking een manier bieden om via toerisme wat te kunnen verdienen, in ruil daarvoor moesten ze wel beloven van de schildpadeieren af te blijven (veel lokale bewoners graven de eieren op om op te eten). Helaas is het ECO-village nooit officieel geopend en zijn de eerste tekenen van aftakeling al zichtbaar, we nemen dus ook maar aan dat de deal niet door is gegaan en er nog steeds vele eieren worden gestroopt. Jammer!

Door het Campo Reserve natuurpark rijden we vervolgens richting Gabon, het is een prachtige heuvelachtige route dwars door tropisch regenwoud. We zien veel olifantenpoep en duidelijke sporen waar ze door het bos zijn gelopen maar helaas laten de grote kolossen zich niet zien. Wel zien en horen we tientallen prachtige vogels en rijden we bijna een reusachtige varaan aan die midden op het pad lag te zonnen! Als we stoppen voor lunch is het prachtig om de geuren, kleuren en geluiden van het regenwoud in ons op te nemen. In de verte horen we zelfs het geschreeuw van wat apen. We zijn het regenwoud nog maar net uit als we al direct op een splinternieuwe asfaltweg stuiten. Deze ligt hier vanwege de ook al splinternieuwe hydro-electrodam in de rivier verderop, wederom een project van de Chinezen. We vragen nog of we een kijkje mogen nemen maar dit is absoluut niet mogelijk (we hadden dit bij de Chinese haven ook al tevergeefs gevraagd). De Chinezen houden niet van pottenkijkers!

Via de nieuwe weg zijn we lekker vlot in Ambam, het laatste stadje voor de grens met Gabon. We vinden een goedkoop hotel en nemen een kamer. We slapen gewoon in onze daktent op de parkeerplaats maar gebruiken de kamer om naar het toilet te gaan en te douchen. We komen er al snel achter dat dit geen normaal hotel is, de kamers worden ook per uur verhuurd en er lopen tal jonge, strak gekleede dames rond. Maar goed wij hebben in ieder geval weer een slaapplek. De volgende ochtend wil Niels naar de wc gaan in de kamer. Als hij binnen komt lopen ruikt het al niet te fris, als hij dan de badkamer inloopt zit er een onbekende vrouw haar behoefte te doen. In onze hotelkamer, op ons toilet! Uiteraard komt Sabrine niet meer bij van het lachen, Niels houdt nog wel even op. We hoeven nog maar een stukje naar de grensovergang met Gabon, waar we dus ook al in de ochtend aankomen.

2 gedachten over “Kameroen”

  1. Gelukkig hebben jullie van die onenigheid niet veel meegekregen. Het is allemaal weer fantastisch leuk wat ik lees. Het lijk wel of ik het zelf b beleef zo mooi schrijven jullie. Veel plezier verder

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *