Categoriearchief: Togo

Togo

Togo

Onze eerste nacht in Togo kamperen we wild langs een rivier. Er liggen grote hopen wit zand waar we een vlak plekje tussen vinden. Helaas staat de rivier droog maar verder is het een lekker rustig plekje. De volgende ochtend worden we al vroeg wakker omdat we mensen in de buurt van de auto horen. Als we de tent uitkomen zien we dat er een drietal dorpelingen het wit zand uit de rivierbedding aan het graven zijn en dit in schalen op hun hoofd vervoeren naar de kant. De grote hopen wit zand waar wij tussen geparkeerd hebben zijn dus gemaakt door hun. Het is een enorm karwei om elke keer met een schaal zand van ca. 15 kilo op je hoofd de rivierbedding uit te klimmen! We geven de mensen een paar flessen drinkwater en gaan met ze op de foto, wat ze helemaal geweldig vinden.

Op weg naar de hoofdstad van Togo zien we veel vrachtwagens die een ongeluk hebben gehad of met pech gestrand zijn. De chauffeur en zijn hulpje liggen vaak onder of bij de vrachtwagen te slapen. We horen dat als ze dit niet doen de vrachtwagen hoogstwaarschijnlijk leeg geroofd wordt. Ze moeten soms weken wachten voor er hulp komt. Vaak liggen er vrachtwagens ondersteboven langs de weg, ze worden veel te zwaar en hoog beladen. In combinatie met de diepe gaten en hoge bulten in en op de wegen zorgt dit er regelmatig voor dat ze met heel het boeltje omvallen.

In de avond komen we aan op het strand van Lomé. We slapen bij Coco Beach, waar we met onze auto zo’n 20 meter van de zee kamperen. Als we de volgende dag boodschappen willen gaan doen komen we onderweg Anthony en Ruth tegen, de Australiërs waar we al eerder mee opgetrokken zijn. Zij zijn via Ghana het land binnen gekomen en we spreken af dat we samen bij Awale Plage gaan kamperen. Eerst willen wij ons visum gaan verlengen (we hebben aan de grens maar een week gekregen). Dit moet bij een erg onvriendelijke en ongeduldige beambte en we moeten er ook nog eens 500 CFA (0,75 euro) voor betalen terwijl men aan de grens zei dat het gratis is. We proberen er nog wat van te zeggen maar het heeft totaal geen zin, gelukkig is het maar een laag bedrag maar de rij voor het loket is lang en het geld verdwijnt waarschijnlijk rechtstreeks in zijn zakken.

Samen met de Australiërs willen we de fetishmarkt bezoeken. Dit is een markt vol met dode, uitgedroogde dieren, voodoo-poppen en andere waar die met zwarte magie te maken heeft. De entree is echter erg hoog en we moeten ook nog eens extra betalen om foto’s te mogen maken. Het marktje bestaat maar uit een paar kraampjes en we besluiten om er niet naar binnen te gaan. In plaats daarvan bezoeken we de grote markt van Lomé. Waar echt van alles wordt aangeboden, van allerlei soorten fruit en groenten tot Chinese namaakspullen tot tweedehands kleren afkomstig uit Europa. Niels koopt een tweedehands merkbroek voor een prikkie, wat goed uitkomt omdat vorige week een broek van hem gescheurd is.

Bij de camping waar we staan ontmoeten we een aantal Nederlanders die er in het hotel verblijven. Ze werken er 7 dagen per week van vroeg in de ochtend tot laat in de avond aan een platform op zee, dit platform zal later ingezet worden om boringen te verrichten voor de kust van Ghana. Het is interessant om te zien waar wij Nederlanders allemaal bij betrokken zijn en we hebben een paar gezellige avonden met ze.

Onderweg komen we er achter dat onze ruitenwissers niet meer werken, gelukkig is hier het regenseizoen voorbij maar we gaan tijdens onze reis nog genoeg regen over ons heen krijgen. We vinden een garage in de stad die ons voor 5000 CFA (7,50 euro) uit de brand helpt. De monteur werkt bijna anderhalf uur aan het ruitenwissermotortje maar daarna werkt het weer naar behoren.

Een paar dagen later merken we echter dat het motortje op Afrikaanse wijze is gerepareerd, alleen de snelste stand werkt nog. Een dergelijke motor is hier niet te verkrijgen en het is erg duur om op te laten sturen, we besluiten om het er maar even mee te doen tot dat we een geschikte oplossing vinden.

In Lomé regelen we ook weer een aantal visa, voor Benin, Gabon en Congo Brazzaville. Voor het visum van Benin moeten we bij een erg strenge dame zijn, ze is erg strikt en wil perse dat we de benodigde kopietjes op één a4’tje hebben. Als we daarna naar de naastgelegen copyshop worden gestuurd om dit te gaan doen snappen we waarom; deze vraagt erg hoge prijzen en er zitten nog 4 mensen meer die vanuit de ambassade van Benin hierheen zijn gestuurd. Slim handeltje heeft men zo opgezet. De ambassade van Gabon is erg efficiënt, we moeten onze lange broek en schoenen weer aan anders mogen we niet binnen. Ze willen van veel van onze documenten een kopie, we moeten zelfs een kopie van de voorkant van onze creditcard afgeven, zodat men “zeker weet” dat we genoeg te besteden hebben in het land. Het consulaat van Congo Brazzaville slaat werkelijk nergens op, het is op de vierde verdieping van een aftands appartementencomplex. Bij binnenkomst zitten er een viertal twintigers een beetje op hun mobiel te spelen terwijl ze onderuit gezakt op hun stoel zitten. We moeten behoorlijk wat geld afrekenen voor het visum en het wordt direct in ons paspoort gestempeld, het wordt ondertekend en afgestempeld met een vrouwennaam terwijl er alleen maar mannen aanwezig zijn. Het stinkt echt naar corruptie maar wij zijn blij dat we weer een aantal visa van ons lijstje kunnen afstrepen!

In totaal blijven we 8 nachten bij Awale Plage, daarna rijden we het kleine stukje richting Benin. Onderweg stoppen we bij een garage met een put om de auto goed schoon te laten spuiten, de olie te verversen en wat filters te vervangen. We hebben het brandstoffilter ook vervangen en merken dat de auto wat moeite heeft de eerste kilometers, af en toe valt het gas helemaal weg. Waarschijnlijk omdat de auto niet genoeg brandstof krijgt. Als we daarom stoppen bij een haventje met allerlei kleurrijke bootjes om de auto een tijdje stationair te laten lopen besluiten we meteen maar wat te eten. We nemen wat foto’s van de boten en eten een broodje (veel te dure) Nederlandse kaas. Van ver af komt een man aanlopen die ons zegt dat we moeten betalen omdat we foto’s van zijn boot hebben gemaakt. Hij vraagt het in het Frans en we doen net of we hem niet verstaan en maken wat grapjes. Hij haalt er vervolgens wat anderen bij die wel Engels spreken maar we doen net of we niet begrijpen wat ze bedoelen. Helaas maken we dit soort onzin wel vaker mee, veel mensen proberen op allerlei vreemde manieren ons wat geld afhandig te maken. Als we daarna instappen om weg te rijden worden ze wat dwingender en zeggen dat we moeten betalen om daar te parkeren, tot dat we dat hebben gedaan mogen we niet weg! We draaien de ramen dicht en rijden gewoon weg, terwijl de mannen ons naroepen. Togo is maar een smal land met zo’n 40 kilometer kust dus binnen een half uurtje zijn we bij de grens met Benin.

Grensovergang Burkina Faso – Togo

Grensovergang Burkina Faso – Togo

Aan Burkinese zijde kunnen we gelukkig de honderden vrachtwagens die staan te wachten voorbij rijden. We gaan langs een kantoortje waar onze papieren worden gecheckt en we een bonnetje krijgen om 2000 CFA (3 euro) te betalen. Ze kunnen ons niet goed uitleggen waar het voor is dus weigeren we te betalen. Een jongen op een motor rijdt voor ons uit om het uitstempelkantoor van de politie aan te wijzen. We hebben al snel door dat deze een jongen een fixer is die straks met zijn handje op zal gaan staan. We besluiten om hem te negeren. De vriendelijke politieman schrijft onze gegevens in een groot schrift en stempelt ons uit. De fixer blijft irritant in onze buurt staan en zich overal mee bemoeien, na een kwartiertje heeft hij in de gaten dat er aan ons geen droog brood te verdienen is en druipt hij af. We vragen de politieman of het bonnetje van 2000 CFA klopt wat we eerder kregen en volgens hem is het legitiem. Het is een soort belasting die we moeten betalen vanwege een samenwerkingsverband tussen Burkina Faso, Togo en Ghana. Hij wijst ons een kantoortje waar we dit moeten betalen. We lopen erheen en de vrouw achter het loket moet eerst een drietal telefoontjes plegen voordat ze goed begrijpt wat ze met ons aan moet, we betalen netjes het geld en krijgen er een officieel bonnetje voor terug. Niet erg efficiënt allemaal maar dat zijn we onderhand wel gewend.

We rijden daarna officieel Burkina Faso uit, bij de slagboom moeten we ons invoerformulier afgeven en rijden we Togo binnen. De Togolese politie wijst ons het visakantoortje, wat bestaat uit een oude aftandse kantoorunit. Binnen krijgen we binnen een kwartiertje ons visum in ons paspoort gestempeld. Het kost ons 10.000 CFA (15 euro) en gaat allemaal erg snel en makkelijk. Het visum is wel maar een week geldig, maar volgens de beambten kunnen we het in de hoofdstad Lomé gratis met een maand laten verlengen. Ook ons invoerfomulier krijgen we binnen 5 minuten waarna we officieel welkom zijn in het land.  Alles gaat zonder morren of schooien om geld en binnen anderhalf uur zijn we de grens al over, tot nu toe bevalt Togo ons goed! Ook als we daarna Togo inrijden zien we honderden vrachtwagens staan te wachten, soms moeten ze wel een week wachten om de grens te kunnen passeren.