Categoriearchief: Mauritanie

Grensovergang Mauritanië – Senegal

Grensovergang Mauritanië – Senegal

De route naar de grensovergang is een mooie maar moeizame rit door een Nationaal Park (met zwijnen, krokodillen, vele vogels en varanen!), waar uiteraard bijna aan het einde een politiepost is waar we moeten betalen. De beste man vertelt ons dat het entree voor het park is, we krijgen een bonnetje, dus gaan er maar even van uit dat het klopt. Gelukkig hadden we nog wat Mauritaans geld bewaard, voor precies dit soort situaties. Voor de rest hebben we al een paar ton aan CFA gepind. De munteenheid die vanaf Senegal in veel landen in West-Afrika geldt, dus dat scheelt ons een boel omwisselen en omrekenen voorlopig. Aangekomen bij de grens moeten wij en de auto uitgestempeld worden, eerst is de auto aan de beurt en bij de douane geven we ons invoerformulier af. De beambte krabbelt wat informatie in een groot boek en zet een handtekening op het formulier voor hij het in een grote rommelige map stopt. Daarna mompelt hij een beetje verlegen; “Four thousand Ouguiya please”. (Ouguiya is de Mauritaanse munteenheid en vier duizend komt ongeveer overeen met een tientje). We doen net of we hem niet verstaan en staan op, de bedeesde man probeert het nogmaals maar wij lachen vriendelijk en met een overdreven “Merci beaucoup!” verlaten we zijn kantoor. De man blijft wat beteuterd achter als wij in de auto stappen en door een slagboom gaan om vervolgens 50 meter verder te moeten stoppen voor de slagboom van de politie. Inmiddels zijn er weer een aantal fixers en geldwisselaars om ons heen verzameld maar deze zijn niet zo hardnekkig als toen we Mauritanië inkwamen en we kunnen ze behoorlijk makkelijk afschudden.

In het politiebureautje worden onze paspoorten uitgestempeld. De agent ziet er serieus uit en gaat ook niet echt in op onze grapjes, we proberen de boel een beetje luchtig te houden door over Nederlandse voetballers te beginnen maar de man reageert er nauwelijks op. Als hij één van de paspoorten heeft gestempeld vraagt hij op strenge toon om “ten euros”. Wederom doen we net of we hem niet begrijpen maar daar trapt hij niet in, in zijn beste (waardeloze) Engels legt hij uit dat we tien euro moeten betalen. Hij heeft inmiddels ook het andere paspoort gestempeld maar houdt deze nog in zijn handen (de andere had Niels al van zijn bureau gepakt). We merken dat we er hier niet zo makkelijk onderuit komen. Terwijl Sabrine net doet of ze geld aan het zoeken is in haar tas grist Niels snel het paspoort uit de handen van de agent. Wederom bedanken we overdreven en lopen het kantoor uit, ook hier worden we weer niet nageroepen, waardoor wij zeker weten dat het corruptie is anders zouden ze wel iets meer hun best doen voor het geld.

Alleen nog een klein fooitje (waar we een bonnetje voor krijgen) om de brug over te steken en we zijn officieel in Senegal! We gaan ons melden bij de politie, de norse, ongeduldige man vraagt om onze paspoorten en autopapieren en wijst ons er direct op dat we een probleem gaan krijgen bij de douane omdat onze auto ouder is dan 8 jaar. We doen net of we hem niet begrijpen en met de politiestempel alvast in ons paspoort gaan we richting douane. In het kantoortje wordt het al snel duidelijk dat het menens is, door vier man wordt ons duidelijk gemaakt dat we er niet in gaan komen met een auto ouder dan 8 jaar. We praten als brugman, maar er wordt alleen wat lacherig op gereageerd. Als we vervolgens wat strenger worden en eisen dat ze ons gewoon binnen laten staat één van de beambten abrupt op, trekt de papieren uit onze handen en neemt ons mee naar een man die buiten staat. De man heeft typische Afrikaanse kleding aan, een broek en shirt met dezelfde foeilelijke kakofonie aan kleuren en figuurtjes. Dit blijkt de chef te zijn, ook aan hem leggen we duidelijk uit dat we niet gediend zijn van dit soort zaken en gewoon Senegal willen bezoeken.

Hij vertelt ons streng dat dit niet mogelijk is zonder Carnet de Passage (een soort paspoort voor de auto die we in Nederland bij de ANWB hadden moeten aanvragen voor een behoorlijk bedrag en waarvan wij zeker wisten dat deze voor Senegal niet nodig was). We blijven aandringen bij wie het maar wil horen maar krijgen telkens nul op rekest. Intussen gaan de uren voorbij en staan wij nog steeds pontificaal geparkeerd recht voor het douanekantoortje. We weigeren de auto aan de kant te zetten, niet voordat we het land in mogen. Helaas mag dit allemaal niet baten. Er hangen heel wat mannen rond bij het kantoor en op een gegeven moment is het best een gezellige boel. We drinken thee en koffie met de mannen en mogen zelfs mee eten. Tegen die tijd staan wij al een uurtje of 6 te wachten. Niels is al meerdere malen de chef gaan storen in zijn kantoor. Ook als hij met anderen in gesprek is, om maar te zorgen dat ze ons zo aardig/beu worden dat we uiteindelijk wel het land in mogen.

Het helpt allemaal niet, als oplossing krijgen we dat we een escorte kunnen betalen die ons direct (zonder overnachten) naar de grens met Mali of Gambia brengt, kosten; 255 euro. Uiteraard weigeren we dit, als stok achter de deur gebruiken we het excuus dat we nog langs Dakar (hoofdstad Senegal) moeten om een visum voor Mali aan te vragen omdat we anders aan de grens daar worden geweigerd (als ze goed hadden gekeken stond dit al in ons paspoort omdat we dit al in Mauritanië hadden aangevraagd). Ook dit werkt niet, ze blijven voet bij stuk houden. Wel kunnen we iemand bellen die voor zichzelf werkt en een bepaald formulier voor ons kan invullen. Nadat we bellen met de Nederlandse ambassade (die niks voor ons kunnen doen omdat het geen directe nood betreft) en met het hoofdkantoor van de douane (die ons aanraden de escorte maar gewoon te betalen) begrijpen we dat we geen externe hulp hoeven te verwachten en beginnen we een beetje de hoop te verliezen. Nadat we de nacht voor het douanekantoor in onze tent hebben doorgebracht en Niels op streng aandringen de volgende ochtend dan toch de auto verplaatst besluiten we dan maar te bellen met de man die een formuliertje voor ons kan schrijven.

We bellen hem, hij zegt dat hij ons kan helpen voor 300 euro. Niels zegt hem dat dit echt teveel geld is en we dat niet hebben. We vragen hem of er te onderhandelen valt, waarna de man kwaad wordt en ophangt. We bellen hem uiteindelijk terug en zeggen in te willen gaan op het aanbod, we hangen op en 5 minuten later staat de broer van de man aan ons autoraam (deze jongen hangt hier ook al twee dagen rond). We moeten een kopietje van de papieren opsturen via zijn whatsapp en daarna begint het lange wachten. Na úren wachten, bellen en de broer lastig vallen zijn we het ondertussen behoorlijk beu. Als dan de man met ons formulier uiteindelijk aankomt, ons straal voorbij loopt en in het kantoor van de chef verdwijnt besluiten we een muntje op te gooien. Kop; we betalen gewoon de 300 euro en gaan Senegal in. Munt; We gaan hem vertellen dat we maximaal 150 euro willen betalen, meer niet. Het wordt munt! We rapen onze moed bij elkaar en lopen het kantoor binnen zonder te kloppen, begrijp goed dat wij het op dit moment even helemaal gehad hadden met deze hele gang van zaken en we al bijna twee dagen aan het wachten waren.

Als we hem zeggen dat we maximaal 150 euro willen betalen en meer niet schiet hij uit zijn slof en begint in rap Frans tegen ons te schreeuwen. Als Niels hem vervolgens zegt dat hij er niks van verstaat als hij zo snel en hard praat (Doucement s’il vous plait!) wordt hij kwaad en loopt weg. We zien al snel in dat dit niet gaat werken en zo gebeurt het dat we een dag nadat we Mauritani・uit zijn gereden terwijl we vol verbazing na worden gekeken weer richting Mauritani・rijden. Wederom langs de politie en douane (die nu ineens niet meer om geld vragen). We krijgen wat verbaasde blikken maar we zijn blij dat we uiteindelijk weg zijn bij de grens. We hadden geen probleem gehad als we een jongere auto, een Carnet de Passage of 300 euro betaald hadden. Maar achteraf gezien zijn we trots dat we niet mee hebben gedaan aan deze vorm van corruptie die zelfs doorgedrongen lijkt te zijn tot bij de hoogste beambten. We hadden vooraf van deze oplichting gehoord maar hadden ook verhalen gelezen van reizigers die het wel was gelukt. Misschien hadden we het anders aan moeten pakken of is men nog strenger geworden de laatste tijd, we weten het niet maar het deert ons ook niet. Wij gaan via het zuiden van Mauritani・richting Mali!

Deze route is prachtig! Erg groen door de grensrivier waar we het hele stuk langs rijden en er ligt tot aan Selybaby (de laatste grote stad voor de grens) een prachtige strakke asfaltweg. Binnen een paar dagen zijn we bij de grens met Mali. Onderweg kennis gemaakt met een stukje Mauritani・wat nog weinig toeristen heeft gezien. De mensen hier zijn wellicht net zo ge・teresseerd in ons als wij in hun. De kinderen komen naar de auto gerend om een hand te geven of hun naam te zeggen in plaats van te vragen om een cadeautje, pen of snoepje. In combinatie met het goede weer en prachtige natuur krijgen wij steeds meer zin om Mali te gaan verkennen en Senegal achter ons te laten.

Mauritanië

Met een opgelucht en trots gevoel (omdat we alles rustig en zonder fixer hebben geregeld aan de grens) rijden we richting de eerste grote stad in Mauritanië; Nouadhibou. Het is de tweede stad in het land en als we aankomen in de schemer valt ons direct de drukte en chaos op. Maar dit gaat gelukkig niet ten koste van de gezellige uitstraling. Iedereen leeft hier buiten, overal staan kraampjes langs de lange hoofdstraat. Allereerst zoeken we een bank waar we Mauritaans geld gaan pinnen. Na vijf pogingen bij verschillende filialen lukt het ons nog steeds niet met onze Nederlandse bankpas, geen idee waarom niet. Gelukkig hebben we onze creditcard en lukt het uiteindelijk ergens daarmee geld uit de muur te trekken. Als we vervolgens wat boodschappen willen gaan doen en we de auto uitstappen beginnen van alle kanten de marktkooplui ons aan te sporen vooral bij hun iets te kopen. We kopen uiteindelijk bij een fruitkraam wat dingetjes en komen er dan al snel achter waarom men zo graag wil dat we hun kraampje uitkiezen. Ze vragen ruim 8 euro voor wat bananen, uien en tomaatjes. Veel te veel geld dus en wij trappen er met beide benen in, ook omdat we erg moeten wennen aan het nieuwe geld. Ach ja, een goede leerschool voor de toekomst. Als we na het afrekenen verderop nog een supermarktje in willen worden we opgemerkt door wat kinderen, ze rennen op ons af en proberen zo zielig mogelijk om eten en geld te bedelen. Dit zijn we al wat gewend geraakt in Marokko maar als de kinderen dan letterlijk aan Niels zijn arm en been gaan hangen en eentje zijn hand in zijn broekzak steekt, staan we perplex. Dit soort handtastelijk gedrag is nieuw voor ons en zelfs na herhaaldelijk goed duidelijk maken dat we er niet van gediend zijn blijf het ventje aan Niels hangen. Een erg vervelende en beschamende situatie en waarschijnlijk zal het bij veel mensen werken, ze geven wat muntjes om van het letterlijke blok aan hun been af te zijn. Uiteindelijk propt Sabrine zich letterlijk tussen Niels en het ventje en lopen we de supermarkt binnen. Na een flinke blok echte Nederlandse kaas te hebben gescoord lopen we weer naar buiten waar de kinderen alweer klaar staan om zich aan ons vast te klampen. We lopen stevig door naar de auto en willen wegrijden, maar de kinderen zijn ondertussen op de treeplanken van de wagen geklommen en houden zich vast aan de spiegels. Gelukkig grijpen dan wat omstanders in en trekken de kinderen hardhandig van de wagen af. Beduusd van de hele situatie rijden we richting de camping.

Na twee nachtjes op de camping (niks meer dan een ommuurd stoffig binnenplein) midden in de stad maken wij ons klaar voor onze eerste lange offroad rit. We gaan vandaag beginnen aan de route richting Choum, evenredig aan de spoorlijn die is aangelegd voor het vervoer van ijzererts van het binnenland naar de haven van Nouadhibou. Elke dag komt hier tot vijfmaal de (schijnbaar) langste trein van de wereld langs met ruim 200 wagons volgeladen met ijzererts. Een lokale gids die we toevallig spraken op de camping waar we verbleven vraagt zich (net als vele andere Mauritaniërs) af waar al het geld blijft wat daarmee verdiend wordt. Hij lacht er wat zuur bij als hij vertelt dat het waarschijnlijk in één van de nieuwe paleizen van de president zit. De track langs het spoor is prachtig, we rijden ruim 500 kilometer in drie dagen tijd, onderweg slapen we midden in de woestijn, vooral Sabrine is gek op de oogverblindende sterrenhemel. Ook slapen we bij de op één na grootste monoliet (berg bestaande uit één rotsblok) van de wereld. Als de zon bijna onder is besluit Niels de berg te beklimmen, ik kom ongeveer halverwege, daarna wordt het te steil maar het uitzicht is adembenemend. Een erg aparte ervaring om dagen door het diepe zand en over rotsvlaktes te rijden zonder ook maar een mens (op 1 of 2 kamelenherders na) tegen te komen. En wat voelt het lekker om na al die tijd weer strak (splinternieuw) asfalt onder de bandjes te hebben als we van Choum richting Atar rijden!

In Atar slapen we een paar dagen bij Bab Sahara, deze camping van een Nederlander ligt midden in het stadje, helaas is de eigenaar nog in Nederland. Volgens de Mauritaanse jongen die nu de boel runt wordt het vanaf december tot april weer pas echt druk op de camping. Op het moment dat wij er zijn is het nog een beetje een rommeltje en staan we er helemaal alleen. Na Atar besluiten we een kijkje te gaan nemen in Chinguetti, een belangrijke oude handelsstad en zevende stad van de Islam. De weg er naar toe is een tachtig kilometer lange gravelweg dwars door de woestijn, Chinguetti ligt dan ook midden in de Sahara omringd door prachtige zandduinen. Als we aankomen is het zand al wat afgekoeld (anders verbrand je letterlijk je voeten!) en wij maken dankbaar van de gelegenheid om op onze blote voeten wat zandduinen te beklimmen (en uiteraard er af te springen!). Een erg bijzondere ervaring en het uitzicht met ondergaande zon over de duinen is er een om nooit te vergeten!

We hebben getwijfeld om het binnenland van Mauritanië te gaan bezoeken. Volgens de Nederlandse overheid is het er niet altijd veilig (zie kaartje). Maar na goed overleg met andere reizigers en veel lokale bevolking (en politie en militairen) hebben we toch besloten het te doen. Volgens hun was het namelijk prima te doen. We hebben er ook zeker geen spijt van, we hebben ons op geen moment onveilig gevoeld, de mensen zijn zonder uitzondering erg vriendelijk en behulpzaam en we hebben op geen enkele wijze kunnen ontdekken waarom dit gebied een negatief reisadvies zou moeten krijgen. Nu al één van de hoogtepunten van onze reis, de Sahara is machtig mooi en zeker de moeite waard te bezoeken (en doorheen te crossen :)).

Na nog een overnachting in de woestijn, waarbij we leren om voortaan de tent volledig dicht te ritsen als het in de nacht waait (werkelijk ALLES in de tent zat onder een laagje heel fijn zand, inclusief wijzelf), rijden we via een offroad binnendoor weg richting Terjit. Terjit is een klein plaatsje wat bekend staat om de oase, hier komen zowel een warme als een koude stroom samen. Dit water vormt onderaan de oase een poel met de perfecte temperatuur. De weg naar de oase gaat zo nu en dan behoorlijk steil omhoog en omlaag over grote stenen en rotsblokken, het is zo nu en dan even slikken als we de 3 ton wegende Santana over de stenen naar beneden sturen maar de auto geeft geen krimp en rolt zonder problemen rustig de berg af om vervolgens aan de andere kant van het dal een net zo steile helling omhoog over stenen (van soms 30+ cm) te klimmen! Je begrijpt dat aangekomen bij de oase we ook wel toe waren aan een verkoelende duik, al was het maar om de laag stof van onze lichamen te spoelen.

Na de oase rijden we in een keer door naar Nouakchott, hoofdstad van Mauritanië. We verblijven bij Auberge Menata, midden in de stad. Op de hoek zit een grote (banket)bakker met overheerlijke verse croissants en baguettes (bedankt Franse kolonisten!) waar we elke ochtend dankbaar gebruik van maken. Voor de prijs hoeven we het niet te laten; twee baguettes, twee croissants en een paar (soort van) saucijzenbroodjes kosten ons maar iets meer dan een euro! In deze stad regelen we ons visum voor Mali en we regelen de verzekering voor de auto. Met een zogenaamde ECOWAS-verzekering kun je je in één keer verzekeren voor veertien West-Afrikaanse landen, dat scheelt ons veel gedoe om elke keer aan de grens een (veel te dure) verzekering af te moeten sluiten.

De weg van Nouakchott naar Senegalese grens is een behoorlijke beproeving, de asfalt is op veel plekken bedroevend slecht en we moeten continu opletten dat we niet in één van de grote gaten rijden. Regelmatig moeten we van de weg af omdat de berm een stuk beter te berijden is. Onderweg komen we een volgepakte fietser tegen. Het blijkt de Russische man te zijn die we eerder al spraken bij de Senegalese ambassade in Nouakchott. Hij heet Михаил Коркин en als we hem wat te drinken aanbieden vertelt hij ons zijn bedrijf in Moskou te hebben verkocht en al fietsend richting Afrika is gegaan. Hij wil in 4 jaar tijd het hele continent rond fietsen en is al 4 maanden onderweg. De man spreekt geen woord Frans en erg beroerd Engels. En wij maar menen dat wij met een uitdagende reis bezig zijn!

De laatste 40 kilometers naar de grens met Senegal gaan door een nationaal park, het is een offroadweg dus we kunnen niet hard rijden. Dit maakt ons ook niet uit want zo hebben we uitgebreid de tijd om te kijken naar de vele vogels, wilde zwijnen, krokodillen en varanen die we onderweg zien. We kijken onze ogen uit en de rit duurt ook flink langer dan we dachten omdat we overal stoppen om foto’s te maken. Als dan uiteindelijk Senegal in zicht komt bereiden we ons weer voor op een Afrikaanse grensovergang. Het zal een lastige gaan worden, we hadden al gelezen dat Senegal erg moeilijk doet over auto’s ouder dan acht jaar, deze zouden het land niet in mogen zonder de juiste papieren! Onze Santana is 13, dus we zijn benieuwd!

 

 

Grensovergang Marokko – Mauritanië

Grensovergang Marokko – Mauritanië

We hebben besloten om elke grensovergang binnen Afrika ook even kort te beschrijven. Omdat dit altijd enerverende momenten zijn. Sommige zullen vlot en probleemloos gaan verlopen, sommige zullen het bloed onder onze nagels vandaan gaan halen…

We houden voor onszelf een soort van dagboekje bij (handgeschreven) en het leek ons leuk om de belevenissen van deze grensovergang over te nemen uit dit dagboek. We hebben het even overgetypt want anders zijn jullie waarschijnlijk erg lang bezig om het handschrift te ontcijferen 🙂

Komt ie:

We zijn in Mauritanië! De weg naar de grens verliep voorspoedig, ca. 400km redelijk asfalt. Onderweg hebben we de jerrycans allemaal gevuld. In Mauritanië kost de diesel weer een euro in plaats van 68 cent. Bij het tankstation kwam een man vragen of hij mee mocht rijden naar de grens, altijd lastig zulke situaties. Uiteindelijk maar tegen hem gezegd dat het niet mogelijk was. Aangekomen bij de grens moesten we eerst Marokko uit worden gestempeld. Je vult eerst een formuliertje in, die geef je af met je paspoort. Dan wordt je uit gestempeld. Dan rijd je met de auto de scanner in (met een omweg, wij reden helemaal verkeerd omdat nergens staat aangegeven waar je heen moet). Daarna wordt het tijdelijke invoerformulier afgetekend (dat je de auto weer het land uitvoert). Daarna een controle van de auto (No arms? No drugs?) en dan nog een notitie in het grote politieboek (handgeschreven uiteraard), en we mogen Marokko uit.

Vervolgens houdt na 300m de asfalt op. Je komt uit in een soort niemandsland. Alleen maar zand en stenen. En tientallen autowrakken, de meeste helemaal gestript. Geen idee hoe die hier komen en waarom ze er liggen. Na een paar kilometer door het zand (we volgen een Mauritaniër die de weg weet) komt de grens in zicht. Van veraf komt een man aangerend, druk zwaaiend met zijn armen. Hij roept dat hij “in the border” werkt en ons voor maar 10 euro overal mee kan helpen. Herhaaldelijk zeggen we hem dat we het zelf uit willen zoeken maar hij blijft aan- en opdringen. Deze mensen worden fixers genoemd en we hadden al gelezen dat de meeste grensovergangen prima te doen zijn zonder hun hulp. Als we hem uiteindelijk zeggen (liegen!) dat we weten hoe het werkt omdat we er al vaker zijn geweest herkent hij ons ineens van een paar jaar terug!? Na de laatste te keer duidelijk te zeggen dat we het zelf willen doen en dat hij geen geld van ons krijgt druipt hij af. Vervelend is wel dat hij de hele tijd in het Arabisch met de officiële beambten praat, en wij dus geen flauw idee hebben waarover..

We beginnen de procedure; Eerst paspoortcontrole, dat is zo gepiept (in het kantoortje staan een drietal AK47’s in de hoek, de eerste van vele die we nog zullen gaan zien waarschijnlijk). Daarna wil er een douanier in de auto kijken en meent dat de glazen fles water in de koelkast vol wodka zit (alcohol is ten strengste verboden in te voeren in Mauritanië). Daarna visa, we staan in een rij (waar geen enkele logica in zit) op één of ander binnenplaatsje. Achter een deur die continue wordt afgesloten als er iemand naar binnen gaat worden de visa verleend. Voor de deur staan de hele tijd mensen te dringen en te kloppen. Ze proberen paspoorten naar binnen te krijgen. (Later blijkt dat dit de zogenaamde fixers zijn die de procedure voor anderen afhandelen). In de rij worden we de hele tijd aangesproken, het zijn allemaal mannen en vooral Sabrine krijgt veel aandacht. Als een opdringerig figuur vraagt waar Sabrine vandaan komt antwoordt ze lachend; China! De man begrijpt de hint en druipt af, terwijl Sabrine met haar vingers haar ogen tot spleetjes trekt.

Na een half uur wormen ook wij onszelf het visakantoor in, waar twee mannen achter een bureau zitten. Het lijkt of dat ze het helemaal beu zijn, vooral de linkse zit continue te gapen en in zijn ogen te wrijven. We moeten vingerafdrukken afgeven en er wordt een foto gemaakt. We hebben niet genoeg euro’s om beide visa van te kunnen betalen en hebben gehoord dat je behoorlijk wat extra moet betalen dan de (gebruikelijke) 55 euro per persoon als je in Marokkaanse Dirham of US Dollar betaalt. Uiteindelijk is het 660 Dirham, wat 59,50 Euro is dus het valt mee. Nadat de visa in ons paspoort is geplakt moeten we door naar de douane voor een passavant (het tijdelijke invoerformulier voor de auto). Ondertussen lopen er nog steeds fixers rond (het zijn er tientallen) die je overal mee willen helpen. Het lijkt erg officieel maar aan het einde van het liedje willen ze allemaal 10 euro zien. Ze kennen de douaniers en politieagenten ook wel erg goed dat je haast zou denken dat er onderling het één en ander is afgesproken. Voor het passavant betalen we 10 euro.

Vervolgens naar de politie, die onze gegevens in een oude stoffige computer invoeren. Ook hier is het weer erg druk en chaotisch maar het verloopt vrij vlot. Toevallig staat de man die ons bij het tankstation vroeg of hij mee kon rijden hier ook, dus hij heeft een andere lift kunnen regelen. Een politieman neemt ons weer terug naar de auto, die hij nog even wil checken. Hij kijkt de auto rond maar zoekt niet naar iets illegaals.. Nee, hij zegt dat hij het vaak koud heeft en een jasje wil! Als ik hem in gebrekkig Frans zeg alleen maar shirts te hebben, wil hij wel een shirt van me! Ja, excuses maar daar gaan we niet aan beginnen. Als hij vervolgens om een zaklamp vraagt, spreken wij (ineens) geen woord Frans meer ;).

We mogen door, nog één stap; de autoverzekering. Een politieman komt in de raamopening hangen en vraagt of we verzekering hebben, we hadden van tevoren al besloten te antwoorden dat we die hebben (zodat we vervolgens in een stad veel goedkoper een verzekering kunnen afsluiten). De man wil de verzekering graag zien. We laten onze groene kaart zien. Helaas zijn ze op de hoogte van het feit dat deze (in tegenstelling tot Marokko) niet meer geldig is in Mauritanië. Dus moeten we ter plekke een verzekering afsluiten. Drie dagen kost 20 euro. Dit vinden we veel te veel en we weigeren, het is gewoon een vorm van corruptie. Vervolgens komt een erg autoritaire politieman ons duidelijk maken dat het verplicht is (Obligatoire! Obligatoire!), en dat we bij elke volgende politiecontrole een boete zullen krijgen. Als we het kantoor weer uitlopen smiespelt iemand ons dat toe dat de verzekering maar 15 euro is!

Tegelijkertijd komt de man die met ons mee wilde rijden bij het tankstation naar ons toe om te vragen of we 5 euro hebben. Hij heeft anders een probleem met een bepaalde belasting en komt het land niet in (hij is Libiër). We spreken af dat als we hem 5 euro geven dat hij ons helpt met de verzekering, wat hij vervolgens ook doet in het Arabisch. Uiteindelijk betalen we omgerekend 17 euro met behulp van de man. Het is maar een klein verschil maar volgens ons is het belangrijk niet zo maar in elke corruptie mee te gaan. Het is goed om ze te laten zien dat we niet meteen overstag gaan en maar betalen. Als we dan uiteindelijk (na in totaal 3 uur) Mauritanië inrijden krijgen we van de man nog als tip mee geld te wisselen bij een officiële bank. Niet bij één van de figuren die op dat moment al om onze auto staan. Er zou vaak sprake zijn van vals geld en een hele slechte wisselkoers. Die tip nemen we van harte en vol goede moed gaan we onderweg naar Nouadbihou, de eerste grote stad in Mauritanië, onderweg komen we vier politiecontroles tegen. Uiteraard vraagt er geen enkele om bewijs van autoverzekering…