Met een opgelucht en trots gevoel (omdat we alles rustig en zonder fixer hebben geregeld aan de grens) rijden we richting de eerste grote stad in Mauritanië; Nouadhibou. Het is de tweede stad in het land en als we aankomen in de schemer valt ons direct de drukte en chaos op. Maar dit gaat gelukkig niet ten koste van de gezellige uitstraling. Iedereen leeft hier buiten, overal staan kraampjes langs de lange hoofdstraat. Allereerst zoeken we een bank waar we Mauritaans geld gaan pinnen. Na vijf pogingen bij verschillende filialen lukt het ons nog steeds niet met onze Nederlandse bankpas, geen idee waarom niet. Gelukkig hebben we onze creditcard en lukt het uiteindelijk ergens daarmee geld uit de muur te trekken. Als we vervolgens wat boodschappen willen gaan doen en we de auto uitstappen beginnen van alle kanten de marktkooplui ons aan te sporen vooral bij hun iets te kopen. We kopen uiteindelijk bij een fruitkraam wat dingetjes en komen er dan al snel achter waarom men zo graag wil dat we hun kraampje uitkiezen. Ze vragen ruim 8 euro voor wat bananen, uien en tomaatjes. Veel te veel geld dus en wij trappen er met beide benen in, ook omdat we erg moeten wennen aan het nieuwe geld. Ach ja, een goede leerschool voor de toekomst. Als we na het afrekenen verderop nog een supermarktje in willen worden we opgemerkt door wat kinderen, ze rennen op ons af en proberen zo zielig mogelijk om eten en geld te bedelen. Dit zijn we al wat gewend geraakt in Marokko maar als de kinderen dan letterlijk aan Niels zijn arm en been gaan hangen en eentje zijn hand in zijn broekzak steekt, staan we perplex. Dit soort handtastelijk gedrag is nieuw voor ons en zelfs na herhaaldelijk goed duidelijk maken dat we er niet van gediend zijn blijf het ventje aan Niels hangen. Een erg vervelende en beschamende situatie en waarschijnlijk zal het bij veel mensen werken, ze geven wat muntjes om van het letterlijke blok aan hun been af te zijn. Uiteindelijk propt Sabrine zich letterlijk tussen Niels en het ventje en lopen we de supermarkt binnen. Na een flinke blok echte Nederlandse kaas te hebben gescoord lopen we weer naar buiten waar de kinderen alweer klaar staan om zich aan ons vast te klampen. We lopen stevig door naar de auto en willen wegrijden, maar de kinderen zijn ondertussen op de treeplanken van de wagen geklommen en houden zich vast aan de spiegels. Gelukkig grijpen dan wat omstanders in en trekken de kinderen hardhandig van de wagen af. Beduusd van de hele situatie rijden we richting de camping.
Na twee nachtjes op de camping (niks meer dan een ommuurd stoffig binnenplein) midden in de stad maken wij ons klaar voor onze eerste lange offroad rit. We gaan vandaag beginnen aan de route richting Choum, evenredig aan de spoorlijn die is aangelegd voor het vervoer van ijzererts van het binnenland naar de haven van Nouadhibou. Elke dag komt hier tot vijfmaal de (schijnbaar) langste trein van de wereld langs met ruim 200 wagons volgeladen met ijzererts. Een lokale gids die we toevallig spraken op de camping waar we verbleven vraagt zich (net als vele andere Mauritaniërs) af waar al het geld blijft wat daarmee verdiend wordt. Hij lacht er wat zuur bij als hij vertelt dat het waarschijnlijk in één van de nieuwe paleizen van de president zit. De track langs het spoor is prachtig, we rijden ruim 500 kilometer in drie dagen tijd, onderweg slapen we midden in de woestijn, vooral Sabrine is gek op de oogverblindende sterrenhemel. Ook slapen we bij de op één na grootste monoliet (berg bestaande uit één rotsblok) van de wereld. Als de zon bijna onder is besluit Niels de berg te beklimmen, ik kom ongeveer halverwege, daarna wordt het te steil maar het uitzicht is adembenemend. Een erg aparte ervaring om dagen door het diepe zand en over rotsvlaktes te rijden zonder ook maar een mens (op 1 of 2 kamelenherders na) tegen te komen. En wat voelt het lekker om na al die tijd weer strak (splinternieuw) asfalt onder de bandjes te hebben als we van Choum richting Atar rijden!
In Atar slapen we een paar dagen bij Bab Sahara, deze camping van een Nederlander ligt midden in het stadje, helaas is de eigenaar nog in Nederland. Volgens de Mauritaanse jongen die nu de boel runt wordt het vanaf december tot april weer pas echt druk op de camping. Op het moment dat wij er zijn is het nog een beetje een rommeltje en staan we er helemaal alleen. Na Atar besluiten we een kijkje te gaan nemen in Chinguetti, een belangrijke oude handelsstad en zevende stad van de Islam. De weg er naar toe is een tachtig kilometer lange gravelweg dwars door de woestijn, Chinguetti ligt dan ook midden in de Sahara omringd door prachtige zandduinen. Als we aankomen is het zand al wat afgekoeld (anders verbrand je letterlijk je voeten!) en wij maken dankbaar van de gelegenheid om op onze blote voeten wat zandduinen te beklimmen (en uiteraard er af te springen!). Een erg bijzondere ervaring en het uitzicht met ondergaande zon over de duinen is er een om nooit te vergeten!
We hebben getwijfeld om het binnenland van Mauritanië te gaan bezoeken. Volgens de Nederlandse overheid is het er niet altijd veilig (zie kaartje). Maar na goed overleg met andere reizigers en veel lokale bevolking (en politie en militairen) hebben we toch besloten het te doen. Volgens hun was het namelijk prima te doen. We hebben er ook zeker geen spijt van, we hebben ons op geen moment onveilig gevoeld, de mensen zijn zonder uitzondering erg vriendelijk en behulpzaam en we hebben op geen enkele wijze kunnen ontdekken waarom dit gebied een negatief reisadvies zou moeten krijgen. Nu al één van de hoogtepunten van onze reis, de Sahara is machtig mooi en zeker de moeite waard te bezoeken (en doorheen te crossen :)).
Na nog een overnachting in de woestijn, waarbij we leren om voortaan de tent volledig dicht te ritsen als het in de nacht waait (werkelijk ALLES in de tent zat onder een laagje heel fijn zand, inclusief wijzelf), rijden we via een offroad binnendoor weg richting Terjit. Terjit is een klein plaatsje wat bekend staat om de oase, hier komen zowel een warme als een koude stroom samen. Dit water vormt onderaan de oase een poel met de perfecte temperatuur. De weg naar de oase gaat zo nu en dan behoorlijk steil omhoog en omlaag over grote stenen en rotsblokken, het is zo nu en dan even slikken als we de 3 ton wegende Santana over de stenen naar beneden sturen maar de auto geeft geen krimp en rolt zonder problemen rustig de berg af om vervolgens aan de andere kant van het dal een net zo steile helling omhoog over stenen (van soms 30+ cm) te klimmen! Je begrijpt dat aangekomen bij de oase we ook wel toe waren aan een verkoelende duik, al was het maar om de laag stof van onze lichamen te spoelen.
Na de oase rijden we in een keer door naar Nouakchott, hoofdstad van Mauritanië. We verblijven bij Auberge Menata, midden in de stad. Op de hoek zit een grote (banket)bakker met overheerlijke verse croissants en baguettes (bedankt Franse kolonisten!) waar we elke ochtend dankbaar gebruik van maken. Voor de prijs hoeven we het niet te laten; twee baguettes, twee croissants en een paar (soort van) saucijzenbroodjes kosten ons maar iets meer dan een euro! In deze stad regelen we ons visum voor Mali en we regelen de verzekering voor de auto. Met een zogenaamde ECOWAS-verzekering kun je je in één keer verzekeren voor veertien West-Afrikaanse landen, dat scheelt ons veel gedoe om elke keer aan de grens een (veel te dure) verzekering af te moeten sluiten.
De weg van Nouakchott naar Senegalese grens is een behoorlijke beproeving, de asfalt is op veel plekken bedroevend slecht en we moeten continu opletten dat we niet in één van de grote gaten rijden. Regelmatig moeten we van de weg af omdat de berm een stuk beter te berijden is. Onderweg komen we een volgepakte fietser tegen. Het blijkt de Russische man te zijn die we eerder al spraken bij de Senegalese ambassade in Nouakchott. Hij heet Михаил Коркин en als we hem wat te drinken aanbieden vertelt hij ons zijn bedrijf in Moskou te hebben verkocht en al fietsend richting Afrika is gegaan. Hij wil in 4 jaar tijd het hele continent rond fietsen en is al 4 maanden onderweg. De man spreekt geen woord Frans en erg beroerd Engels. En wij maar menen dat wij met een uitdagende reis bezig zijn!
De laatste 40 kilometers naar de grens met Senegal gaan door een nationaal park, het is een offroadweg dus we kunnen niet hard rijden. Dit maakt ons ook niet uit want zo hebben we uitgebreid de tijd om te kijken naar de vele vogels, wilde zwijnen, krokodillen en varanen die we onderweg zien. We kijken onze ogen uit en de rit duurt ook flink langer dan we dachten omdat we overal stoppen om foto’s te maken. Als dan uiteindelijk Senegal in zicht komt bereiden we ons weer voor op een Afrikaanse grensovergang. Het zal een lastige gaan worden, we hadden al gelezen dat Senegal erg moeilijk doet over auto’s ouder dan acht jaar, deze zouden het land niet in mogen zonder de juiste papieren! Onze Santana is 13, dus we zijn benieuwd!
Wederom een prachtig verhaal. Goede reis. Groetjes Willie en Ria