Gabon
Terwijl we over het strakke asfalt door Gabon rijden valt het ons op hoeveel bushmeat er hier langs de weg wordt aangeboden. Bij elk dorpje hangen er weer dode aapjes, krokodillen, herten of andere dieren die te koop worden aangeboden. Dit schijnt een groot probleem te zijn in dit deel van Afrika, veel locals gaan er in de nacht op uit om te jagen. Niet alleen om als voedsel te verkopen, ook de weinig overgebleven olifanten moeten het ontgelden vanwege hun ivoor. Of jonge aapjes die als huisdier worden verkocht, we krijgen meerdere keren een overduidelijk doodsbang aapje aangeboden. Trieste zaak.
Onze eerste nacht in Gabon slapen we in de jungle, midden tussen de bomen in. Na een paar uur wordt de lucht donker en begint het te waaien. We klappen snel de tent uit en gaan erin liggen, daarna barst het los. Enorme harde wind, de regen komt met bakken uit de lucht en de bliksem verlicht de omgeving alsof het gewoon overdag is. Best imponerend maar toch ook wel een beetje eng. De volgende ochtend zien we dat er een boom is omgewaaid op zo’n 20 meter van de auto, hij blokkeert de pad waar wij zo weer overheen moeten. Gelukkig is er al een Gabonees bezig om de boom in stukken te hakken, weer mooi een lading brandhout voor hem.
Na een paar uur rijden passeren we de evenaar! We zijn nu officieel op het zuidelijk halfrond, er staat een bord langs de weg waar we uiteraard even stoppen om foto’s te maken en er ons logo op te plakken. Deze dag vinden we een prachtig plekje aan een rivier, het is er heerlijk rustig en eindelijk weer eens de gelegenheid om de hengel uit te gooien die we van een vriend hebben gekregen. Helaas vangen we niks maar het is een ideale plek om lekker even een paar uurtjes te vissen, met uitzicht op het heuvelachtige regenwoud. We bakken er in de avond een broodje, achteraf hebben we spijt dat we niet een paar dagen langer op deze ideale plek zijn gebleven.
In Lambarene gaan we een kijkje nemen bij het Albert Schweitzer-museum. In deze stad heeft Schweitzer een ziekenhuis gebouwd (wat er nog steeds staat), hij heeft hier rond 1872 duizenden mensen behandeld en geopereerd omdat hij de enige arts was in de wijde omgeving. Het museum ziet er helaas erg armzalig uit en we besluiten om er niet heen te gaan. Als we daarna op de parkeerplaats koffie drinken komen Australische medereizigers Anthony en Ruth aanrijden. We hebben elkaar weer het één en ander te vertellen, onder andere ons avontuur aan de Gabonese grens. Hun hebben met flinke stukken midden in het regenwoud gestaan terwijl alle motorolie uit de auto kwam gesijpeld. Maar we zijn er allemaal zonder kleerscheuren vanaf te komen en het is gezellig elkaar weer te spreken.
De volgende dag slapen we midden in het regenwoud, we vinden een mooie open plek met veel zon. Ideaal om ook weer even een wasje te doen. In de avond worden we gebeten door kleine zandvliegjes, de minuscuul kleine beestjes laten vervelend jeukende rode vlekjes achter. De volgende ochtend komen we er achter dat de vliegjes zo klein zijn dat ze door het muggengaas van onze daktent kunnen! We zitten van top tot teen vol met de rode bultjes, het lijkt wel een enge ziekte. De volgende nacht gaan we dan ook gewapend met insectenspray de tent in, en zorgen we dat we hem hermetisch afsluiten. Het lukt, er komen geen zandvliegjes binnen maar het is zo enorm warm in de tent dat we bijna niet kunnen slapen. Na deze gebroken nacht besluiten we maar snel weer door te gaan.
We rijden vrij vlot door Gabon heen, mede omdat we het regenseizoen wat er aan zit te komen een beetje voor willen blijven. Daarnaast is Gabon een vrij duur land. Wij proberen ons te houden aan een dagbudget (waar we al regelmatig wat overheen gaan) en willen proberen zoveel mogelijk geld over te houden voor het mooie (en dure!) zuidelijke deel van Afrika. We proberen daarom zoveel mogelijk gratis te overnachten en ook de laatste nacht in Gabon lukt ons dit. We slapen bij een katholieke kerk, de priester vindt het geen probleem als we op het mooie grasveld recht langs de kerk gaan staan. In de avond lopen we het stadje in en vinden veel winkeltjes met tweedehands kleren uit Europa. Er hangt ook veel Nederlands spul tussen (voetbalshirtjes, JUMBO-polo’s, HEMA-hemdjes). Wij hebben altijd gedacht dat de kleren die wij richting Afrika stuurden hier gratis zouden worden verspreidt maar er blijkt een levendige handel te zijn in onze afdankertjes. Als we voor een aantal kledingstukken de prijs vragen slaan we stijl achterover, er wordt nog gerust bijna 10 euro gevraagd voor een shirt wat bij ons misschien het dubbele heeft gekost en wat echt zijn beste tijd heeft gehad. Uiteraard wordt er waarschijnlijk wel wat hoger ingezet door de verkoper omdat wij toeristen zijn.
In het dorp waar we hebben overnacht moeten we ook ons paspoort laten uitstempelen. Na wederom een nacht vol regen en onweer (het regenseizoen komt er nu echt aan!) gaan we op zoek naar het kantoor van de immigratie.
Weer een mooi verhaal. Ik leest het als of ik er zelf bij ben. Toch nog steeds wel een beetje jaloers. Veel plezier verder.