Ivoorkust
Ook na de grensovergang blijven de wegen ontzettend slecht. Niet dat we er niet door komen, dat lukt wel. Maar niet met snelheden hoger dan 10 á 15 km/h anders stuiteren we letterlijk van de weg, zoveel gaten, diepe geulen en steile hellingen van droogstaande rivieren. Omdat het in rap tempo donker wordt zoeken we een geschikt plekje om te wildkamperen. Dit valt nog niet mee, Ivoorkust is een erg groen en begroeid land (vooral nu net na het regenseizoen). Er is bijna geen plek om onze auto van de weg te rijden en als we ergens een opening vinden is de bodem zeiknat, we rijden er een stukje in maar zakken gelijk een stuk de zompige grond in. In lage giering crossen we achteruit terug richting de weg, waardoor de auto al gelijk onder de modder gegooid wordt. Als het dan echt schemerig begint te worden besluiten we om bij één van de traditionele dorpjes die we passeren te vragen of we mogen overnachten. Het wordt het dorpje Kemessiga en het wordt één van onze meest bijzondere overnachtingen. Bij aankomst vragen we naar de “Chef de Village”, de dorpsoudste. In ons gebrekkig Frans vragen we hem of we in het dorp mogen overnachten, wat geen enkel probleem is. En zo staan wij tien minuten later met onze auto midden tussen de traditionele hutjes, terwijl het hele dorp is uitgelopen om die gekke blanken te komen bekijken. Vooral de kinderen vinden het prachtig mooi om te zien hoe wij onze tent uitklappen en eten bereiden. Na het eten drinken we thee met de mensen en proberen wat te communiceren met handen en voeten. De volgende ochtend zijn we al vroeg op en maken we het dagelijkse leven in zo’n dorpje van dichtbij mee. Iedereen is al voor dag en dauw in de weer om eten te bereiden, er worden vuurtjes gestookt om op te koken en er zijn vrouwen met hun pasgeboren baby’s in een doek op hun rug gebonden die met een grote houten palen graan en mais pletten in een houten kom. Dit gaat er ruig aan toe maar de kleintjes op hun rug geven geen kick en lijken de ruig schuddende beweging zelfs kalmerend te vinden. In een dorp als deze is bijna iedereen de hele dag bezig om te zorgen dat men eten heeft, van vroeg in de ochtend tot laat in de avond. Als dank geven we de tros bananen die we aan de grens hebben gekregen aan de chef, ook delen we snoepjes uit aan de kinderen. Wederom loopt heel het dorp uit, dit keer om ons massaal uit te zwaaien.
We rijden richting het zuiden van Ivoorkust, omdat we wel toe zijn aan wat strand en zee. Bij de politiecontroles wordt een aantal keer gevraagd om ons invoerformulier voor de auto (wat we dus niet gehad hebben omdat men bij de grensovergang geen computers heeft), we komen er elke keer onderuit met wat praten, grapjes en het uitdelen van wat snoepjes. Onderweg vragen we diverse hotels of we op hun parkeerplaats mogen overnachten. Helaas mag dit bijna nergens of men vraagt er erg veel geld voor. Uiteindelijk komen we in de stad Man uit bij een hotel aan de rand van de stad. Het wordt gerund door een aantal jongelui en we mogen voor 6 euro op hun bewaakte parkeerplaats overnachten. Al snel hebben we door dat het geen normaal hotel is, we zien de schaars geklede dames af en aan lopen en dit gaat de hele avond en nacht zo door. Ach ja, we hebben in ieder geval een slaapplek. De volgende dag worden we al om 5 uur wakker omdat de auto op en neer schudt. Eerst geeft Niels Sabrine de schuld, “blijf eens stil liggen joh!”. Maar al snel blijkt dat de overijverige bewaker alle modder van de auto aan het poetsen is. Het is een flink karwei want de auto zat er van top tot teen mee onder. Ondanks dat hij ons al zo vroeg wakker maakt geven we hem toch maar een zakcentje. Daarna nemen we de taxi naar Dent de Man, een berg waar je een mooie wandeling kunt maken en onderweg kunt zwemmen bij een waterval. Als we aankomen staan er direct 20 jongeren om onze taxi die allemaal onze gids willen zijn, we zeggen ze dat we geen gids nodig hebben. Er loopt maar één pad, en dit komt ook nog eens op dezelfde plek uit als dat je begint. Helaas laten de jongens het er niet bij zitten, ze willen perse dat we een gids nemen, of we moeten betalen om te mogen wandelen! Er is geen officieel loket en als we vragen hoeveel we moeten betalen hebben ze ook niet direct een antwoord, of te wel we worden opgelicht. Ze vragen belachelijk veel geld om ons een rondje te laten wandelen, we weigeren te betalen en besluiten gewoon het pad in te lopen. Al gauw wordt de sfeer wat grimmig en beginnen ze ook handtastelijk te worden. Het aantal jongeren is inmiddels ook al opgelopen naar ongeveer 50. We laten het er bij zitten en keren terug. We lopen terug richting ons hotel, wat uiteindelijk ook een erg leuke wandeling blijkt te zijn. We voetballen met wat lokale jeugd en schieten veel mooie plaatjes van de omgeving en de mensen, achteraf zijn we blij dat we niet hebben betaald voor de wandeling op de berg.
Als we richting hoofdstad rijden komen we vlak voor Bouaflé door een dorpje gereden, dit soort dorpjes zijn er vele. Aan beide zijdes van de weg staan hutjes en kraampjes waar de auto’s, motoren en vrachtwagens met hoge snelheden doorheen gereden komen. Wij remmen altijd af bij deze dorpjes en deze keer is dat maar goed ook want we krijgen bijna een jongetje onder de auto! De knul van misschien net 6 jaar oud rent ineens van achter een geparkeerd busje de weg over, we kunnen nog net op tijd remmen en de jongen ontwijken. De jongen raakt zelfs lichtjes de linker voorkant van de auto aan. We moeten er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als we de jongen aangereden zouden hebben, we hebben dan wel een (Afrikaanse) autoverzekering afgesloten maar horen van veel mensen dat je daar niks van hoeft te verwachten mocht je er aanspraak op willen maken. We krijgen bijna geen tijd om bij te komen, een paar honderd meter verderop is een politiecontrole waar we weer om ons invoerformulier worden gevraagd. Als we zeggen dat we deze niet hebben moeten we uit de auto stappen. De agent legt ons uit dat dit verplicht is en we zonder het formulier niet verder mogen rijden! We moeten terug naar de grens om alsnog een formulier te halen. We besluiten om de argeloze, naïeve toerist te spelen en na een half uur geluisterd te hebben naar de agent laat hij ons verder rijden, wel waarschuwt hij ons dat we er bij een volgende controle misschien niet zo makkelijk van afkomen.
Via de hoofdstad Yamoussoukra, waar we in het restaurant van een Syrische vluchteling shawarma en Syrische koffie nuttigen, rijden we naar Abidjan. Dit is de voormalige hoofdstad van Ivoorkust en nog steeds zijn hier alle belangrijke politieke instituten, ambassades etc. gevestigd. Abidjan is tot nu toe de meest chaotische stad waar we zijn geweest. Een tweebaansweg wordt hier gebruikt als vier- of zelfs vijfbaans. Van alle kanten komt men over de busbaan, door de berm en over de tegensgestelde baan je voorbij gereden. Hier geldt het recht van de brutaalste, kruisingen staan zonder uitzondering allemaal muurvast omdat niemand elkaar de ruimte gunt. Het duurt soms ruim 20 minuten voor we bij een verkeerslicht door kunnen rijden omdat niemand ook meer een blik waardig gunt aan groen of rood, iedereen rijdt gewoon door. Bijna alle auto’s hebben dan ook aanzienlijke schade en missen wat onderdelen zoals buitenspiegels. Na een tijdje leer je er mee om te gaan en gaan ook wij op de asociale manier rijden, gelukkig dwingen wij met onze grote auto wel wat respect af. We gebruiken tijdens een ritje naar de ambassade van Burkina Faso de claxon meer wel dan niet, net als de wilde armgebaren die we maken als we van baan willen veranderen of af willen slaan. Doe je het niet op deze manier dan blijven er brommertjes, auto’s en soms grote stadsbussen je aan alle kanten al afsnijdend inhalen, complete waanzin.
We slapen in Abidjan bij hotels, omdat er geen campings te vinden zijn. De eerste nacht slapen we bij een hotel op de parkeerplaats. Als we vragen hoe duur het is zegt men dat het gratis is en dat we ook de wifi gratis mogen gebruiken. We vragen het nog eens na, omdat het wat ongeloofwaardig klinkt, maar de jongeman heeft zijn baas aan de telefoon en bevestigd dat het allemaal “gratuit” is. De hele nacht regent het en als we de volgende ochtend onze tent inpakken en weg willen rijden komen er wat mannen naar ons toe. Of we even toch 10.000 CFA (15 euro) willen betalen, want er is een misverstand geweest. Dit schiet bij ons in het verkeerde keelgat maar het lijkt er op dat ze ons niet zonder te betalen willen laten gaan. Sabrine zegt in het het Nederlands tegen Niels dat ze wil proberen om net te doen alsof ze kwaad op Niels is en begint in het Nederlands tegen Niels te roepen en te tieren. Meteen zien we dat de mannen schrikken van wat er gebeurd, Niels speelt het spelletje mee en binnen een paar minuten zitten we zonder een cent te hebben betaald in de auto. Mooi toneelstukje, moeten we onthouden voor andere situaties waar we eventueel nog in terecht komen.
Via Booking.com boeken we een goedkoop hotel midden in de stad, met bewaakte parkeerplaats voor de auto. Als we echter in de buurt komen van het hotel zien we dat het midden in een achterstallige buurt is. Het is er erg druk met auto’s, bussen en brommers en er staan ook nog eens erg veel kraampjes langs de weg. Overal lopen mensen door de straten en voor we het weten staan we muurvast in het verkeer. Als we uiteindelijk bij het hotel aankomen kunnen we de straat niet in omdat de weg te slecht en smal is. Sabrine stapt uit om een kijkje te gaan nemen. Ondertussen zien we dat er een boel opgefokte jeugd op de straten rondhangt die al snel op Niels afkomen. Ze vragen wat we komen doen. Niels legt ze uit dat we geboekt hebben bij het hotel maar dat we de straat niet in kunnen. Vervolgens zeggen ze dat we om moeten rijden en ze willen wel zorgen dat we door het verkeer worden geloosd. Op een erg opgefokte manier gaan ze vervolgens proberen om ons door het verkeer heen te krijgen, want bijna niet lukt omdat het gewoon te druk is. Ze komen de hele tijd naar onze auto gerend en het is overduidelijk dat ze onder invloed zijn van iets. De manier
hoe ze zich gedragen is erg vervelend en het worden er ook steeds meer. We zeggen tegen elkaar dat dit niet de buurt is waar wij willen slapen vannacht. We leggen aan de jongens uit dat we geen hulp van ze willen en zelf de weg weten. Ze blijven echter ons zeggen waar we heen moeten volgens hen en worden zelfs kwaad als we weigeren hun te volgen. Na een tijdje draaien we gewoon de ramen dicht maar blijven ze met verdwaasde blik tegen ons schreeuwen. We zijn dan ook blij dat we uiteindelijk uit het drukke verkeer zijn en door kunnen rijden, een aantal van hun hangt nog steeds om ons heen smekend om eten en geld. Later horen we dat drugs een steeds groter probleem wordt onder de kansarme jongeren in Abidjan, ze komen van de kleine dorpen naar de grote stad om wat geld te verdienen maar omdat er zoveel van hun zijn eindigen ze op straat en raken ze verslaafd, erg treurig… Vanuit de wijk rijden we recht in een politiecontrole, we moeten de politiechef “omkopen” met wat snoepjes omdat we anders flink moeten betalen omdat we het invoerformulier niet hebben. Het duurt een kwartier stevig onderhandelen maar dan neemt hij op erg kinderachtige wijze de snoepjes aan en kunnen we door rijden.
We slapen de komende nachten in een hotel aan de rand van de stad, het is er rustig en hebben een leuke ontmoeting met Hugo, een Nederlander die voor een groot visbedrijf in Abidjan werkt. Hij heeft onze auto met Nederlandse kentekenplaten zien staan en heeft een briefje voor ons bij de receptie achtergelaten. We trekken een dag met hem en wat andere Nederlandse expats op. Een erg leuk kijkje in de wereld van Nederlanders in Ivoorkust. We gaan naar wat hippe tentjes en restaurants en de mannen zijn zo vriendelijk alles voor ons te betalen.
Na Abidjan gaan we naar Grand-Bassam, een klein stukje zuidelijker aan de oceaan, we vinden een redelijk goedkoop hotel recht aan zee waar we wat langer blijven dan gepland omdat Niels behoorlijke buikklachten krijgt. Waarschijnlijk iets verkeerds gegeten de afgelopen tijd. In zulke tijden is het fijn een schone toilet en bed in de buurt te hebben, en recht aan het strand met uitzicht op de woeste golven is het nog niet zo heel erg om een paar daagjes lekker op te knappen. We bekijken de oude Franse koloniale stad en rijden daarna weer terug naar Yamoussoukro, de hoofdstad. De weg tussen Abidjan en Yamoussoukro is een prima snelweg, tweebaans en prima asfalt. Maar Afrika zou Afrika niet zijn als er niet overal op de weg vrachtwagens stil staan, mensen oversteken, mensen fietsen en met hun brommer rijden en mensen kraampjes op de weg hebben gebouwd om van alles te verkopen. Ook staan er veel mensen langs de weg die grote knaagdieren (een soort bevers), hertjes en andere net geschoten dieren proberen te verkopen. Gelukkig hebben we onze koelkast nog vol met boodschappen uit Grand-Bassam :).
In Yamoussoukro bezoeken we een immens grote basiliek, het is een replica van de St-Petrus in Rome. Er is kosten noch moeite bespaard bij het bouwen en het is echt een schitterend bouwwerk wat enorm gedetailleerd is. Een erg indrukwekkend gebouw en zeker de moeite waard. Bij het overnachten in Yamoussoukro komen we erachter dat de tent beschimmeld is, we hebben deze na de regennacht in Abidjan meer dan een week niet meer uitgeklapt. Naast de beschimmelde tent hebben we een lege huishoudaccu en worden we behoorlijk belaagd door enorm veel muggen. Dit was een moment dat we het echt even gehad hadden! Gelukkig scheen de volgende dag de zon, kregen we hulp met schoonmaken van wat lokale jongetjes en konden we de accu weer helemaal volladen.
Een paar dagen later slapen we alweer voor het laatst in Ivoorkust, deze keer kamperen we wel ergens wild. Onder een stel elektriciteitspalen is al het groen gesnoeid en kunnen wij een prima plekje vinden om te overnachten, ongeveer 50 km voor de grens met Burkina Faso. De weg naar deze plek en tot aan de grens is een hele slechte. Met om de haverklap erg grote gaten in het asfalt, bij sommigen moeten we zelfs terug schakelen in de eerste versnelling en echt stapvoets rijden. Maar aan dit soort dingen zijn we inmiddels wel gewend en we houden hier dan ook voldoende rekening mee in de planning. We proberen sowieso niet veel langer dan een dag vooruit te plannen, en dan nog loopt het vaak niet als we gehoopt hadden. Het helpt om weinig verwachting te hebben en echt van dag tot dag te leven. Dit zal voor Burkina Faso, het volgende land wat we zullen bezoeken, zeker ook gelden!
Hoi niels en sabine. Wat een prachtig avontuur en zeer fijne beschrijving.
Veel succes nog, prettige dagen en een goed begin van 2018. Groetjes Willie
Wat een mooi avontuur weer. Ik genieten er weer van alsof ik er zelf bij ben. Fijne feestdagen en een mooie tijd nog daar. Ben benieuwd naar jullie volgend avontuur. Veel plezier. Groetjes Anja