Namibië (deel 2)
Dit keer geen apart stuk over de grensovergang omdat er niet veel te vertellen is, alle overgangen in het zuidelijke deel van Afrika gaan tot nu toe erg vlot. Binnen een paar minuten zijn we Zuid-Afrika uit- en Namibië weer ingestempeld. De officier aan Namibische zijde moest nog wel even navragen of het geen probleem is dat we binnen drie maanden na ons vorige bezoek nu weer in het land zijn maar gelukkig blijkt het uiteindelijk geen probleem. Even lijkt het nog mis te gaan als ze vragen hoe lang we een visum willen, we zeggen graag de volledige drie maanden, misschien gaan we wel ergens vrijwiligerswerk doen, zeggen we er bij. Shit, daar moeten we dus een werkvisum voor hebben, en geen toeristenvisum. Na wat moeilijk doen door de ambtenaren krijgen we uiteindelijk toch het drie maanden toeristenvisum, maar we moeten wel beloven niet te gaan werken.
In Namibië rijden we door het mooie ruige Richtersveld Transfrontier park richting Ais-Ais, waar we een heerlijke duik nemen in het door een warme bron van 65 graden verwarmde zwembad. We merken al meteen dat het druk is met veel witte huurauto’s met daktenten er bovenop, waaronder ook veel Nederlandse vakantiegangers. De volgende dag gaan we de machtige Fish River Canyon bekijken, een immens diepe kloof uitgesloten door de Fish river. Op zulke prachtige plekken voel je je als mens echt klein en nietig, wat is de wereld toch machtig mooi.
Vanuit de canyon rijden we over gravelwegen richting het noorden, onderweg stoppen we bij een restaurantje voor een heus stukje apfelstrudel met een kop koffie. Een fijn overblijfsel van de tijd dat de Duitsers Namibië gekoloniseerd hadden. We vinden een plekje in een voormalig natuurpark, Naute Dam. Het is er heerlijk rustig en we staan recht aan het grote meer. We blijven vier nachten, bakken ons eigen brood en doen lekker rustig aan, Niels hengelt er zelfs nog een meerval uit van minimaal een meter! Daarna moeten we echt door, onze hele voedselvoorraad is er doorheen. We gaan naar Keetmanshoop om weer in te slaan, daarna rijden we richting Luderitz. Halverwege slapen we nog een nacht op de parkeerplaats bij de wilde paarden, in Namibië is nog een behoorlijk aantal wilde paarden te vinden en wij worden die ochtend wakker met wel vijftig van de prachtige dieren om ons heen.
We rijden naar Luderitz, onderweg nog langs de verlaten spookstad Koolmanskop, een stadje wat vroeger druk bewoont was door gelukszoekers op zoek naar diamanten in de naastgelegen mijn. Ondertussen is de stad in verval geraakt en wordt het langzaamaan opgeslokt door het zand van de Namib woestijn. Vanuit Luderitz gaan we door richting Sossusvlei over hele mooie gravelwegen door bergachtig gebied. Sossusvlei ligt in de Namib woestijn. Dit stukje met de karakteristieke dode uitgedroogde bomen tussen de immens hoge rode duinen is erg indrukwekkend. We beklimmen de hoge duinen om er vervolgens met flinke sprongen weer af te springen waarbij we bijna tot onze knieën in het zand zakken. Wat een mooi stukje natuur.
De komende drie nachten verblijven we verscholen tussen de bergen op een prachtige stukje land wat we delen met een groep zebra’s, het is een heerlijk stil plekje en we genieten van de rust en vrijheid die je op zulke momenten ervaart. Hierna gaan we het Hardap Dam Nationaal Park bezoeken. We rijden als enige auto door het park tussen alle dieren, wat het echt weer een speciale ervaring maakt. Boven het meer vliegen grote groepen pelikanen, we kunnen er uren naar kijken. Vanuit het park rijden we door Rehoboth, waar veel Bastards wonen, oftewel kinderen van Nederlandse mannen en zwarte vrouwen die in de Apartheidstijd in Zuid-Afrika hierheen zijn gevlucht en hun eigen stad hebben opgezet. Apart om tussen alle zwarte mensen ineens allemaal halfbloedjes met soms felblauwe ogen te zien.
Daarna gaan we weer door richting Botswana, het volgende land op ons lijstje. We willen Botswana in via het Kgalagadi Transfrontier Park, wat betekent dat we dwars door de Namibische Kalahariwoestijn richting zuidwest Botswana rijden. We rijden dwars over de kenmerkende rode heuveltjes en slapen in de nacht elke keer maar op een paar meter van de weg, alles is namelijk afgezet met hekken. Maar omdat er zo weinig auto’s komen in dit gebied durven we het aan om in het zicht te kamperen. Na een aantal dagen komen we aan bij Mata-Mata, de grensovergang richting het Kgalagadi Park.
Prachtige foto van jou Sabrine
Inderdaad prachtige foto van jou Sabrine!
Wat mooi die kleuren zo wauw.
En wat n prachtig verhaal weer!
Met telkens opnieuw die mooie belevenissen van jullie, en wederom mooie foto’s
Wat een prachtig verhaal. Al die mooie avonturen en leuke foto’s